Zangstadion Talinn in Estland
Ons koorlid Nicolien van Doorn maakte een mooie reis door Estland en deelt hier de bijzondere geschiedenis rondom het zangstadion in Talinn.
In mei heb ik een rondreis gemaakt door Estland, Letland en Litouwen. Drie landen die vanwege hun strategische ligging aan de Baltische Zee eeuwenlang bezet zijn geweest door vreemde mogendheden: Denen, Duitsers, Zweden, Polen en niet te vergeten Russen. Komt het misschien daardoor dat inwoners van de Baltische landen zo gek zijn op muziek? Omdat dat vaak de enige manier was waarop ze ongestraft hun onvrede konden uiten? In welke stad je ook bent, overal wemelt het van de muziekscholen en muziekacademies. Op elke straathoek staan straatmuzikanten en op trottoirs kom je vaak een piano tegen, waarop iemand zit te spelen. En dat is dan geen vlooienmars of Vader Jacob, maar het betere klassieke werk.
In Tallinn, de hoofdstad van Estland, wordt elke vijf jaar in juli een zangfestival gehouden. Dit Estische Zangfeest is een van de grootste zangmanifestaties in de wereld. Twee dagen lang zingen amateurkoren uit het hele land Estische volksmuziek. Op het eind van het feest treden alle koren gezamenlijk op, dan staan er zo’n 25.000 mensen te zingen.
Zangstadion
In Tallinn heb ik het schitterende zangstadion bezocht waar dit festival gehouden wordt. Het is gebouwd in de vorm van een schelp. Bij het laatste festival, in 2014, werden er 100.000 bezoekers geteld, maar in werkelijkheid waren er veel meer luisteraars. De akoestiek van het stadion is namelijk zo goed, dat buurtbewoners hun flat verhuren aan liefhebbers die geen kaartje meer konden bemachtigen.
Voor het zangstadion staat een standbeeld van Johann Voldemar Jannsen (1819-1890), de man die het initiatief nam voor het eerste Estische zangfeest. Deze schrijver en verzamelaar van volksliedjes vroeg de Russische autoriteiten in 1867 of hij een Estisch zangfeest mocht organiseren. Hij deed alsof het feest bedoeld was om te gedenken dat de Russische tsaar Alexander I vijftig jaar eerder de lijfeigenschap in Estland had afgeschaft. Het duurde even, maar twee jaar later, vier maanden voor de geplande datum, kreeg Jannsen dan toch groen licht.
Het eerste Estische zangfeest werd gehouden in 1869, met ongeveer 850 zangers en 15.000 toeschouwers. Er deden alleen mannenkoren en blaasorkesten aan mee. Omdat er nog maar weinig Estische liederen opgetekend waren, werd bijna alles in het Duits gezonden. Op het derde zangfeest, in 1880, deden er voor het eerst ook vrouwenkoren mee.
De achtste editie vond plaats in 1923, in de tijd dat Estland onafhankelijk was. In die jaren werden de zangfeesten een onderdeel van de nieuw verworven nationale identiteit. In die periode werd ook het indrukwekkende zangstadion in Tallinn gebouwd.
In 1940 werd Estland bezet door de Sovjet-Unie. Toen er in 1947 weer een zangfeest werd gehouden, bepaalden de Sovjetautoriteiten dat de inhoud van de liederen in dienst moest staan van de communistische propaganda. Nationalistische liederen waren verboden. Het feest van 1990 stond in het teken van de zingende revolutie, het geweldloze streven naar herstel van de onafhankelijkheid. De liederen die jarenlang verboden waren, werden plotseling weer gezongen. Vanaf 1991, het jaar waarin Estland opnieuw onafhankelijk werd, wordt het festival eens in de vijf jaar gehouden. De laatste editie was in 2014, de volgende is dus in 2019. Misschien een idee voor ons jaarlijkse uitje?
Nicolien van Doorn