Koordirigente Alyde Touwen kan eindelijk ‘inburgeren’ in Eefde

Alyde Touwen ziet zingen als ‘een middel tot ontmoeting’. Nu het land weer zo goed als open is, slaakt de 60-jarige koordirigente uit Eefde een zucht van verlichting. Ze kan na twee jaar ellende weer volop aan de slag met ‘haar’ zes zangkoren. „Ik heb nooit gewanhoopt. Dacht altijd: het is zoals het is.”

Alyde Touwen is dirigente van Phoenix uit Brummen, Loko Loko uit Lochem en een zangkoor in woonzorgcentrum Het Spijk in Eefde. Haar dementerende moeder verblijft in Het Spijk. „Mijn man Eduard en ik zijn begin 2020 vanuit Zeist naar Eefde verhuisd vanwege mijn moeder en mijn vader. We wilden dichtbij hen zijn. Ik bleef dirigente van drie koren in het midden van het land: in Bilthoven, Linschoten en Vreeswijk.”

U verhuisde twee jaar geleden naar Eefde. Was de pandemie toen al uitgebroken?
Alyde Touwen: „Nee. De koop van onze nieuwe woning was rond in februari. Toen we de sleutel nét hadden, ging het land in lockdown. We hadden ons nét aangemeld als lid van de kerk in Eefde. En ik wilde op zoek naar koren in de regio, om die als dirigente te combineren met de drie koren in het midden van het land. Maar van de ene op de andere dag bestond het koorleven niet meer. Alles lag op zijn gat.”

„Ik zat plotseling zonder werk én middenin een verhuizing. Dat gebrek aan werk kwam aan de ene kant wel goed uit. Ik had tenminste de handen vrij voor de verhuizing. En ik dacht toen, net als iedereen: die lockdown duurt hooguit een paar maanden. Daarna kunnen we over tot de orde van de dag. Niet dus.”

Corona hield enorm huis in kerkgemeenschappen en zangkoren, die veel leden verloren die aan de ziekte overleden. Hebt u dat meegemaakt bij de koren die u dirigeert?
„In oktober vorig jaar was er een corona-uitbraak in het koor in Bilthoven. Er raakten 16 van de 30 koorleden besmet, na een repetitie. Die bleven allemaal gelukkig in leven, maar de man van een van de koorleden overleed nadat hij was besmet. Hij was de echtgenoot van een koorlid dat ik al 22 jaar ken. Dat hakte er hard in, dat was diep triest.”

Voelde u zich ergens schuldig, omdat de koorrepetitie zeer waarschijnlijk de oorzaak was?
„Nee. Koren mochten weer repeteren en wij deden dat zo veilig mogelijk. Inclusief testen. We hadden gewoon botte pech. Hoe goed je je ook voorbereidt, je kunt besmetting nooit uitsluiten. Ik voelde me wel heel erg naar in die periode. Die uitbraak knakte het koor wel een beetje, dat werd kleiner en kleiner. Ik hoop dat het koor nu weer gaat groeien. Maar ik snap het wel dat mensen nog even wegblijven uit angst.”

„Kort na die uitbraak gingen we weer in lockdown. Die periode vond ik veel erger dan de eerste lockdown. Het koorleven kwam afgelopen najaar net weer een beetje op gang. Toen er aan het eind van de zomer weer gerepeteerd mocht worden, vond ik gelukkig heel snel drie koren in de regio waar ik aan de slag kon. Het was echt heerlijk om weer aan de slag te kunnen. En toen ging het land wéér op slot. Daar had ik het best moeilijk mee.”

„Ik heb echter nooit gewanhoopt. Wat dat betreft lijk ik heel erg op mijn vader, we leven bij de dag. Mijn vader heeft een motto: het is zoals het is. Zo denk ik ook. Het ziet er nu gelukkig weer goed uit. Ik ben blij dat ik weer aan de slag kan.”

Ook uit financieel oogpunt? Koordirigente is per slot van rekening uw beroep.
„Natuurlijk ben ik blij dat ik weer iets kan verdienen. Ik ben zzp’er en heb twee jaar lang nagenoeg geen inkomsten gehad. Mijn man heeft gelukkig een goede baan. Hij is docent theologie aan Hogeschool Windesheim in Zwolle. Daardoor konden we het redden, anders had ik toch echt een andere baan moeten zoeken.”

„Ik ben enkele koren ook veel dank verschuldigd. Eén koor betaalde me door tijdens de lockdowns en een paar andere koren zamelden geld in voor een gift. Echt hartverwarmend. Zo’n mooi gebaar, dat vond ik nog belangrijker dan het geld. Want dat geeft weer waar het bij een koor volgens mij om draait: de sociale kant. Ik zie zingen als een middel tot ontmoeting. En dat kan nu weer volop. Dat koester ik.”

U kunt nu eindelijk gaan ‘inburgeren’ in Eefde?
„Ja, eigenlijk wel. Vanwege corona voel ik me toch nog steeds een beetje een ‘vreemdeling’ in m’n eigen dorp. We wonen hier nu twee jaar, maar zijn nog amper bij mensen uit onze buurt op bezoek geweest. Toch een gevolg van die angst en voorzichtigheid vanwege corona, hè. Maar als het goed is gaan we dat de komende tijd allemaal inhalen. Net als het zingen, met de koren. Dat dat weer kan, geeft me wel een soort gevoel van bevrijding. Heerlijk.”